Weer heibel rond Humboldt Forum
Beheerstichting beschuldigd van aanname geld van 'extreemrechtse' donateurs
Geen project van de laatste decennia is zo omstreden als de herbouw van het Berliner Schloss.
De sloop van het vorige gebouw dat de Volkskammer van de DDR huisvestte, ook wel Honecker’s lampenpaleis genoemd vanwege de vele van buiten zichtbare lampen, was al zeer omstreden. Moest de DDR-geschiedenis dan uitgevlakt worden? Ja, zeiden voorstanders van sloop. Nee, zeiden de tegenstanders, het verleden kun je niet uitwissen.
De sloop gebeurde toch, al was het met een smoes: er was asbest aangetroffen.
Er ontbrandde direct een vervolgdiscussie: wat moet er voor in de plaats komen?
Om kort te gaan waren er twee keuzes: iets totaal nieuws of het oude stadslot weer in oude luister terugbrengen. Het was vernieuwing en toekomst vs. machtssymboliek en verleden. Het werd het laatste. Maar de messen waren geslepen en zijn ook na de gereedkoming van het immense gebouw in de afgelopen jaren, niet in schede terug gestopt.
Zo laat Wilhelm von Boddien, zakelijk directeur van de Förderverein Berliner Schloss, in een recente ‘Berliner Extrablatt’, weten dat de ‘poging tot karaktermoord’ opnieuw is opgelaaid.
Een groep rond Philipp Oswalt en Jürgen Zimmerer voeren al jaren strijd tegen het slot. Ook toen duidelijk werd dat het slot, dat nu Humboldt Forum heet, er kwam, ging de strijd onverminderd voort.
Volgens Boddien wordt zijn stichting door de tegenstanders ervan beschuldigd ‘antisemitisch’ te zijn en de holocaust te ontkennen.
Tegenstanders richten hun pijlen op een deel van de donaties, het gaat om enorme bedragen, dat afkomstig zou zijn uit rechstradicale hoek. Volgens de deze groep gaat het om gulle gevers die niet alleen ‘rechstradicaal’ zijn, maar ook ‘antidemocratisch, rassistisch en antisemitisch’. Ook zouden de gevers er een ‘historisch-revancistische houding’ op na houden.
Het was natuurlijk te verwachten dat een deel van de donateurs dat het herstel wilden van het Pruisische stadsslot, een conservatieve inslag hebben. Noem het een vorm van ‘historische revancisme’. Het conflict snijdt het gevoelige punt aan van het omgaan met het Duitse verleden, dat getekend is door geweld en misdaad.
Voor diegenen die tegen elke vorm van terugverlangen naar de machtsgeschiedenis van de Pruisen zijn, is het kwaad al geschied: het gebouw staat er. Binnen echter herinnert nog maar weinig aan het oorspronkelijke slot. Alles is hypermodern en strak vormgegeven.
Het €650 miljoen kostende gebouw is er. Maar de strijd, dat in feite een strijd is om de omgang met de Duitse geschiedenis, zal voorlopig nog geen einde nemen.