Fietsen in Berlijn is een avontuur. De stad die zo graag fietsstad wil zijn, slaagt daar maar matig in. In een aantal straten zijn brede vrijliggende fietspaden aangelegd. De meeste straten moeten het echter doen met smalle hobbelige muizenpaadjes, waar zich met tussenpozen oude bomen midden op het minipaadje hebben genesteld. Vooral in de duisternis, bij de vaak slecht verlichte straten, is een ‘ontmoeting’ met een boom niet ondenkbaar.
Om preciezer te zijn kent Berlijn 4 soorten fietspaden:
Nieuw aangelegde brede vrijliggende fietspaden (zeldzaam);
Smalle hobbelige klinkerpaadjes met overstekende bomen (vaker voorkomend);
Een door een onderbroken witte lijn van de rijweg afgescheiden fietspad, regelmatig geblokkeerd door foutparkeerders (veel voorkomend). Bij laden- en lossen mag de auto niet op het fietspad stilstaan en moet deze dus vrijhouden;
Geen fietspad, dus tussen de auto’s doorwurmen.
Wie fietst in Berlijn moet er zich rekenschap van geven dat fietsers in een permanente staat van oorlog met de automobilist verkeren. Zeker nu het weer warmer wordt en het aantal fietsers toeneemt, nemen de conflicten tussen fietsers en automobilisten navenant toe.
Schelden is de eerste stap op de conflictladder. Als toehoorder een mooie kans om wat alternatief Berlijns op te vangen.
Kloppen op het dak van een auto als die een fietser afsnijdt, behoort nog tot de milde oorlogshandelingen.
Een fietser meldt aan de Berliner Zeitung drie voorvallen in 15 minuten te hebben beleefd. Twee voorbeelden.
“Op een kruising wordt het fietslicht net groen, een lang tweewielig voertuig rijdt al. Het is snel, maar niet snel genoeg voor iedereen. Een dame met een scherpe stem en een chique racefiets passeert links en schreeuwt: "altijd deze zondagrijders!"
Een ander voorval. “Weer heeft iemand haast, dit keer een jongeman in donkere kleren, de sjaal bedekt zijn gezicht als een masker. Hij haalt niet in op het fietspad, maar rechts over het voetpad. Dan scheert hij voor een andere in donkere kleding geklede fietser langs. Er volgt een luide woordenstrijd, de agressie is hoog.”
De Nederlandse fietser zal opvallen dat de gemiddelde Berlijnse fietser roekeloos door het verkeer raast. Als het groen is, gaat het in de hoogste versnelling over een kruispunt. Inschatting van een eventueel door rood rijdende of afslaande auto wordt zichtbaar niet gemaakt: nu ben ik aan de beurt, dus uit mijn weg!
De Berlijnse fietsers fietsen niet voor hun plezier, maar om zo snel mogelijk van A naar B te komen.
Het is dus voor de meer bedreven en ervaren Nederlandse peddelaars even wennen wat de mores van het tweewielerverkeer in Berlijn aangaat. Klein voordeel is, dat deze voortdurende ‘oorlog’ tussen fietser en automobilist de laatste uiterst voorzichtig maakt een fietser te hinderen.
Kortom, het is prima fietsen in Berlijn, maar net even anders dan in veel Nederlandse steden.