Totale hergebruik AEG-complex in Berlijn
De wijk Oberschöneweide maakt onderdeel uit van wat wij gemakshalve ‘het vergeten zuidoosten’ van Berlijn noemden. Een plek waar je niets te zoeken hebt. Tenzij herbestemming je belangstelling heeft. Dan heeft het zuidoosten veel veel te bieden. Oberschöneweide als onderdeel van het zuidoosten is de ruwe diamant van de industriecultuur van Berlijn en Duitsland. Nog talrijke onder architectuur gebouwde hallen zijn inmiddels herbestemd en hebben een nieuwe bestemming gekregen. In het zuidoosten wordt de stad opnieuw uitgevonden.
Straatlengtes industriecultuur
AEG, de Allgemeine Elektricitäts-Gesellschaft, startte in 1887 met haar activiteiten. Oprichter was de Joodse zakenman Emil Rathenau (1838-1915). Emile en later zijn zoon Walther Rathenau zou van AEG een zeer innovatieve fabriek maken die niet alleen zou uitgroeien tot het immense complex in Oberschönweide, maar ook elders in de stad, zoals in het noordelijk gelegen Gesundbrunnen. Vader Rathenau overleed in 1915 aan een ziekte en zijn zoon in 1922 ten gevolge van een moordaanslag. Hij was toen naast topman van AEG ook Reichsaußenminister ten tijde van de Weimarrepubliek. De Rathenau’s bouwden een industriecomplex die in Oberschönweide straatlengtes aan industrie-architectuur heeft opgeleverd.
Een wereldbedrijf door innovatie
Vooruitstrevend was het bedrijf op meerdere vlakken. Op het gebied van productiewijzen, organisatie en met de opmerkelijk stap om op het hoogste niveau een kunstenaar, vormgever en architect als ‘künstlerischer Beirat’ aan te nemen: Peter Behrens.
Daarmee was AEG wereldwijd de eerste fabrikant die wat we nu noemen een industrieel designer of product designer in dienst had. Ook ontwierp hij de hele huisstijl van AEG en velen van haar gebouwen.
Nog voor 1900 presenteerde AEG haar eerste vervoerbare boormachine. De onderneming produceerde daarnaast kabels, elektriciteitscentrales, transformatoren, elektrische trams, vliegtuigonderdelen, huishoudelijke apparaten en zelfs auto’s. Zij was de eerste die transport van elektriciteit over lange afstanden realiseerde dat mogelijk werd gemaakt door haar uitvinding draaistroom en transformatoren (1891). Rond 1900 had AEG al 248 electriciteitscentrales gebouwd en over de hele wereld. Een door haar ontwikkelde hogesnelheidstrein bereikte al in 1903 een toen onvoorstelbare snelheid van 210km/u.
De oorlogsjaren 1940-1945
AEG werd geconfronteerd met de NAZI-wetten die Joden verboden allerlei functies te bekleden. De Joodse arbeiders moesten daarom uit het bedrijf vertrekken. WOII maakte van AEG een strategische industrie: hun kabels en zenderfaciliteiten waren van essentieel belang geworden voor de oorlogscommunicatie. Deze video biedt een mooi overzicht van de geschiedenis van AEG, maar slaat een essentieel deel over: AEG had een deel van haar productie in dienst gesteld van de wapenindustrie. Daarin was zij natuurijk niet de enige.
Wat echter nog meer als een zwarte bladzijde wordt beschouwd was dat AEG, ook locatie Oberschöneweide, vanaf 1939 gebruik ging maken van dwangarbeiders. Maar liefst 6.000 gevangenen uit onder andere concentratiekamp Sachenhausen (ten noorden van Berlijn) werden er onder slechte omstandigheden te werk gesteld. Daarnaast was de lokatie ook broeinest van anti-NAZI groepen, die ondanks arrestaties en executies niet onder controle konden worden gebracht.
AEG en de DDR
Na WOII lagen de fabrieken van AEG in de Russische bezettingszone wat later de DDR zou worden. Het bedrijf vertrok in 1951 naar het in West-Duitsland gelegen Frankfurt. De achtergebleven gebouwen en productiemiddelen werden ondergebracht in een Volkseigene Betrieb (VEB). Rusland zou zelfs nog een aantal ingenieurs naar Rusland ontvoeren om daar hun kennis voor de Russische industrie in te zetten. De locatie bleef ook onder de DDR de grootste industrielokatie van het oosten van Duitsland waar maar liefst 30.000 mensen werk vonden.
Pas na de val van de DDR bleek pas hoeveel de producten van het VEB in Oberschöneweide achterliepen bij die die in het westen werden geproduceerd. Het betekende dan ook het einde van de productie met massa-ontslagen ten gevolg.
Enkele productiebedrijven konden met hooggespecialiseerde technologieën overeind blijven. Maar het overgrote deel van de enorme productiehallen kwamen leeg te staan en dreigden te vervallen.
Langzame herontwikkeling
Berlijn stond lang onder druk. Terwijl zij lang tegen leegstand en open gatenaankeek, werd wonen in Berlijn voor Covid voor velen de grootste wens. Projectontwikkelaars en geldavonturiers doken op koopjes in de vastgoedmarkt. Met alle neveneffecten van dien.
Voordeel voor het zieltogende buitengebied van Oberschöneweide is echter dat steeds meer jongeren van Berlijnse hippe gordel, (moeten) verhuizen naar de randen van de stad. En Oberschöneweide is met een afstand van 12 km naar het Alexanderplatz zo’n rand. Wederom trekken de lege oude industrielokaties kunstenaars en andere creatieven naar het gebied.
Maar dat gegeven is nog niet genoeg om zo een immens complex aan gebouwen een nieuwe toekomst te geven. Het terrein is inmiddels in bezit van verschillende eigenaren, waaronder de popzanger Brian Adams die hier zijn nieuwe studio bouwt. Een andere eigenaar heeft een van de hallen tot kunsthal bestemd. Mogelijk worden nog luxe appartementen gebouwd met uitzicht op de Spree.
De stad heeft inmiddels ervoor gezorgd dat 6.000 studenten van de Hogeschool voor Techniek en Wetenschap (HTW) hier hun leerplek hebben gevonden, in de verwachting dat er een synergie gaat ontstaan met de ook nog op het terrein aanwezige technologiebedrijven.
Richtingenstrijd over toekomst AEG-terrein
Met het grote aantal eigenaren met hun nogal verschillende ideeën over de toekomst van hun bezit, ontstaan ook conflicten.
Zo zijn er inmiddels twee richtingen van denken ontstaan:
1. Het terrein leent zich voor gemengd gebruik, zoiets als in de populaire wijken van de Berlijnse hippe gordel;
2. Het terrein was een industriegebied en zo zal het ook moeten blijven.
Tegenstanders van gemengde ontwikkeling zien de nodige problemen ontstaan. Zo kan een club moeilijk te combineren zijn met de rust die de bewoners van hun luxe appartementen eisen. En hoe combineert zich een ordelijk schoolcomplex met een club, de school gaat op maandagochtend open, de clubs sluiten dan juist. Een bijzondere mix van publiek.
Hoever kan horeca gaan met hun activiteiten? Zijn er optredens toegestaan? Hoeveel publiek kunnen de diverse plekken eigenlijk hebben? In een aantal hallen wordt ook nog steeds 7×24 gewerkt. Daar wordt dus ook ‘s nachts geluid veroorzaakt, ook buiten de productiehal hoorbaar.
Het versnipperde eigendom maakt het voor het stadsbestuur niet eenvoudig regie over de ontwikkelingen te houden. Met regelgeving kan zij wellicht de meest onverenigbare ontwikkelingen bijsturen, of zelfs verbieden, maar daarmee is nog niets tot stand gekomen. De stad heeft zelf geen bezit.
‘Vielfalt’ of frictieplanologie. Wie zal het zeggen.
Het terrein verkennend valt op dat het een spannend gebied is, waar toeval en strijdige belangen zoeken naar een balans binnen het geheel. Het is zeker niet de meest soepele en voorspelbare manier van stadsontwikkeling of herbestemming, maar de uitkomst kan wel tot aangename verrassingen leiden. Immers alle belanghebbenden zullen linksom of rechtsom toch met elkaar door een deur moeten.
De komende jaren zullen nog interessant worden voor het voormalige AEG-terrein en de wijk Oberschöneweide.