Park am Gleisdreieck en haar wonderlijke effecten
Hoe kom je van een oud rangeerterrein en sleetse omliggende wijken, naar een activerend park en een make-over van de omgeving? Park am Gleisdreieck in Berlijn heeft de stoutste verwachtingen overtroffen. Hoe een park langs principes van social design tot magneet werd, sociale groepen met elkaar verbindt en een ongekende bouwactiviteit op gang heeft gebracht.
Als een spooremplacement in onbruik raakt
De Yorkstraße in het westelijke deel van Kreuzberg toont nog een aantal overblijfselen van de ongekende expansie die de Duitse spoorwegen in de 19e eeuw doormaakten. Maar liefst 45 sporen en dito bruggen kruisten ooit de Yorkstraße die het Berlijnse stadshart verbonden met steden als Magdenburg en Dresden. De goederentreinen eindigden op het rangeerterrein aan de York Straße, de personentreinen reden verder naar Anhalter Bahnhof. De bouw van de Berlijnse Muur onderbrak veel treinverkeer vanaf dit deel van de stad. Bijna 30 jaar lag het terrein in de schaduw van de Muur.
Inmiddels zijn van de 45 bruggen er nog 9 in gebruik, 24 nog bestaand maar niet meer in gebruik. De rest is afgebroken. Het traject heeft een aantal politiek omstreden figuren naar het eindstation Anhalter Bahnhof gebracht.
Zo kwam tsaar Nikolaas II hier in 1913 aan om het huwelijk van Victoria Luise, de dochter van keizer, bij te wonen. Revolutionair Karl Liebknecht kwam na zijn vrijlating in 1918 hier aan om zijn revolutie te organiseren. De NAZI’s lieten Adolf Hitler in 1940 met veel vlagvertoon op spoor 1 aankomen. Veel leidende NAZI’s zouden het Anhalter Bahnhof nog aandoen, op weg naar het regeringscentrum in de Wilhelm Straße. Na WOII resteerde echter alleen nog een ruïne.
Geen snelwegen maar groen
Gemeentelijke plannen midden ’60-er jaren om het snelwegennet rond en door Berlijn sterk uit te breiden, moest met deze nieuwe realiteit de strijd aangaan. Het historische midden van Berlijn zou worden ‘verrijkt’ met maar liefst 52 tunnels voor het autoverkeer. Op de planologische kaart van de plannenmakers stond Gleisdreieck als een gebied waarover vrijelijk kon worden beschikt.
Maar een burgercommittee organiseerde de eerste protestdemonstratie, waarna er nog velen zouden volgen. De aan het terrein grenzende Bezirke Kreuzberg en Schöneberg waren versteende stadsdelen: slechts 3-5% van het oppervlak werd als ‘groen’ aangemerkt, bermen van de straten meegerekend. De plannen van het stadsbestuur (senaat genoemd) stuitten op steeds meer weerstand.
In 1981 zetten de toenmalige burgemeester Hans-Jochen Vogel een streep door de verkeersplannen.
Een onbedoeld biotoop ontstond
Naarmate de bedrijvigheid afnam, ontstond gedurende dertig jaar in de wereld van steen en staal ongemerkt en onbedoeld een groene biotoop. Het ontbreken van een humuslaag betekende dat de bodem geen regenwater vasthield, toch kon een keur aan planten wortel schieten. Half vervallen loodsen en seinhuisjes verdwenen in het struikgewas. Met het opschietende groen kwamen ook de dieren: hazen, konijnen, vossen, marters en eekhoorntjes. Het aantal vogelsoorten was niet te tellen. Bij een inventarisatie in 1980 werden 413 verschillende plantensoorten vastgesteld, 10 zoodiersoorten en 112 soorten vlinders.
Gleisdreieck was zonder plan of beleid uitgegroeid tot een oord van uitzonderlijke flora en fauna.
Het parkgevoel ontstaat
Een belangrijke bijdrage aan een herontdekking van het gebied heeft zeker de bouw van het Duitse Techniekmuseum geleverd. Het opmerkelijke gebouw, met het vliegtuig op het dak, vond haar plaats in het westelijke deel van het in ontwikkeling zijnde park. Langzaam ontdekten ook steeds meer omwonenden het terrein voor eigen gebruik.
Het terrein was nog moeilijk toegankelijk. Hekken moesten worden overwonnen. Maar ach, wie moest overtreding controleren? De ongenode gasten flaneerden over het terrein en genoten van het weelderige ‘spoorgroen’. Zij vonden beschutte plekken om te feesten en te grillen. Met charme en een beetje brutaliteit eigenenden de omwonenden zich het terrein stap voor stap toe en verklaarden het gebied tot hun zomerse trefpunt.
„Mir gefallen die wilden Inseln, mit denen man die Natur der Natur überlässt.“ Dr. Franz
Schulz, Bezirksbürgermeister Kreuzberg-Friedrichshain
Senaat wil buurten actief betrekken
Reeds in 1997 stelde de senaat (het stadsbestuur) voor het eerst een concept vast voor de ontwikkeling van het 26 ha metende terrein. Daarbij stelde de senaat ook dat het ontwerp moest worden gemaakt ‘met respect voor de onvermoeibare betrokkenheid van talrijke burgerinitiatieven’. De senaat wilde absoluut de omwonenden en andere belanghebbenden meer dan ooit bij het ontwerp betrekken.
In 1999 stelde het Bezirksbestuur (deelgemeente) Kreuzberg een ontwerp ter bespreking voor. Het plan kreeg een hete ontvangst. Enkele maanden laten besloten alle initiatiefgroepen samen te werken in ‘AG Gleisdreieck’.
„Wir haben das Bedürfnis nach Selbstgestaltung dieser Fläche unterschätzt.“
Regina Krokowski, Grün Berlin GmbH, Moderatorin bei der Entwicklung
Het park als buurthuis
In Berlijnse parken zijn de fysieke parkfunktie nauw verweven met diverse sociaal-culturele programma’s en organisaties. Het park is niet alleen ingericht als openbaar groen, maar ook om verschillende (sociaal-culturele) groepen te accommoderen, om hen een plek te bieden om hun programma’s vorm te geven, zich met andere groepen te verbinden. Een park als een buurthuis.
Deze verwevenheid tussen fysieke ruimte en door bewoners georganiseerde programma’s, maakt het ontwerp complex. Het effect is echter dat er een vorm van betrokkenheid en eigenaarschap ontstaat die het park tot een echt buurtpark maakt.
Verschillende populaties
Bij het ontwerp is ook nadrukkelijk rekening gehouden met het verschil tussen de populatie aan de oostzijde vs. aan de westzijde. Waar de oostzijde (Kreuzberg) veel lagere inkomensgroepen (en daarmee ook bewoners met een immigrantenachtergrond) zijn te vinden, wonen aan de westzijde (Schöneberg) de hoger opgeleiden en dito betaalden. Het verschil is direct in het woningenbestand (dat aan de westzijde van zeer recente datum is) te zien.
De scheiding werd decennia in stand gehouden door de onneembare spoorlijnen en rangeerterrein. Nu nog zijn de oost- en westzijde slechts met een (veelgebruikt) pad verbonden. Maar het lijkt genoeg om de groepen over een weer te laten pendelen.
De vooral op de jongeren gerichte delen liggen aan de westzijde, terwijl de doelgroep zich vooral aan de oostzijde lijkt te bevinden. De speeltuintjes en het wilde groen lijken vooral te mikken op de jonge hoog opgeleide gezinnen aan de westzijde, maar zijn geplaatst aan de oostzijde. Of dat opzet is, is niet na te gaan. Maar werken doet het wel.
Inmiddels zijn de buurten aan beide zijden van het park zeer gewild en is er driftig gebouwd, vooral in het hogere segment en door particuliere bouwgroepen. Het was een zaak van lange adem, veel strijd tussen bewoners, eigenaar (Deutsche Bahn) en de senaat. Maar het resultaat mag er zijn. Het park heeft een blijvend effect op de levendigheid en leefbaarheid van haar omgeving.