Het scheelde niet veel of de gebouwen van Rotaprint waren gesloopt. Zo slecht was de toestand van de gebouwen aan de Berlijnse Gottschedstraße. Je moest een geoefend oog hebben om de waarde van de panden te zien. Zo’n geoefend oog had de conservator van Berlijn en bracht het complex van architect Klaus Kirsten onder bescherming van de monumentenwet (Denkmalschutz). Het zou het begin zijn van een nieuwe ontwikkeling van een wijk met zorgen.
Het einde van Rotaprint
De fabriek Rotaprint was zeer succesvol. Al in 1922 bracht zij de eerste offset-drukker voor kleine formaten op de markt. Met de opkomst van NAZI-Duitsland werd propaganda steeds belangrijker. In een internet- en televisieloos tijdperk, was drukwerk een essentiële verspreider van politiek gedachtengoed. Rotaprint werd dan ook bestempeld tot ‘Kriegwichtig’, oftewel belangrijk voor de naderende oorlog.
Na de oorlog kwam het complex in de DDR te liggen. Daar kon de tijd van vernieuwing nog even worden uitgesteld. Met de val van de Muur, stond de nieuwe tijd ineens voor de deur. De wereld van de druk was ingehaald door kopieermachines. Het was het einde van Rotaprint.
In 1991, toen iedereen het vervallen pand liever zag verdwijnen, bracht Landeskonservator Helmut Engel de panden onder monumentenbescherming.
Kunstenaars als pioniers
Zoals op veel plekken, zijn het vaak kunstenaars die een nieuwe toekomst zien voor een vervallen plek. Een ander manier van kijken, het rond kunnen komen van weinig (lange adem) en goedkope manieren zien om een herstart te maken. Zo ook in dit geval melden zich in 2000 twee kunstenaars uit de wijk. Het waren Les Schliesser en Daniela Brahm.
Het pand dat aan de stad toebehoort, moest volgens hen een nieuwe toekomst krijgen, een die de buurt ten goede zou komen. Ze huurden een aantal ruimten en maakten een start. Onderwijl zat stad met grote schulden, deels door eigen wanbeleid. Maar liefst €65 miljard stond er aan de lat. De gemeente besloot haar tafelzilver te verkopen: grond en vastgoed in haar bezit moest aan de hoogstbiedende worden verkocht. Een beleid waar de stad, 15 jaar later, spijt van heeft. En zo ging ook ExRotaprint in de verkoop.
Wedding, oninteressant voor investeerders
De initiatiefnemers hadden geluk. Geen investeerder wilde zijn geld steken in Wedding. De wijk dat grotendeels uit allochtonen en andere weinig-verdienenden en werklozen bestaat, was eigenlijk voor niemand aantrekkelijk. Het zou pas tot 2015 duren voordat tengevolge de vastgoedboom in de kerngebieden van Berlijn, mensen, creatieven voorop, naar het noorden van de stad zouden trekken en na hen de investeerders. Ofschoon nu er de wit opgetrokken appartementen-complexen verschijnen, had je er in 2002 nog niets te zoeken. Daarnaast was het terrein onder Denkmalschutz geplaatst, dat sloop en nieuwbouw vrijwel onmogelijk maakte.
Onder het mom ‘Hier kunnen geen winsten worden gemaakt’ ontwikkelden de beide kunstenaars een eigen concept. Ze richtten een huurdersvereniging op om op deze wijze de panden en het terrein te verwerven. Het toekomstige Rotaprint moet zo een plek worden voor kleinschalige bedrijven, waarvan eenderde van de huurders uit de sectoren arbeid, cultuur en sociaal afkomstig zijn.
Daarbij streefden de initiatiefnemers naar een goede aanhechting met de verarmde en vooral allochtone buurt. De ondernemingen die zich er wilden vestigen moesten aantoonbaar iets voor de buurt doen. Dat kan zijn het bieden van opleidingsplaatsen, taalcursussen en schuldhulpverlening.
Uiteraard is een horeca voorzien. Niet op winst gericht, maar op betaalbare prijzen, voor de buurt en de werkers van Rotaprint.
Maar de gemeente speelt dubbel spel…
Het is niet eenvoudig om alle leden op een lijn te krijgen. Niet iedereen wil meebetalen aan de minder rendabele delen zoals de markante beton toren van de in 1959 28-jarige architect Klaus Kirsten. En waarom mag er geen winst gemaakt worden vragen sommige leden zich af. Er zijn veel heftige confrontaties geweest.
Ondertussen sprak de gemeente, achter de rug van de initiatiefnemers, de huurders en de buurt, met een IJslandse investeerder.
Want het terrein moest en zou aan de hoogstbiedende verkocht worden. En het werd al snel duidelijk dat de opgerichte vereniging als koper niet serieus werd genomen.
Terwijl de gemeente met de huurders/potentiële kopers, spraken ambtenaren van het Liegenschaftfonds (verkoop van gemeentelijk gronden en vastgoed) met de IJslandse investeerder om het hele terrein in een totaalpakket met nog 45 vastgoedobjecten te verkopen.
In 2006 lekte dat uit.
De vereniging van Rotaprint starte een intensieve politieke campagne voor een duurzame ontwikkeling van de buurt. Op alle politieke niveau’s was men actief onder de leuze: ‘Winst wordt hier als sociale winst bedoeld’.
De investeerder komt op bezoek
Begin 2007 komt de IJslandse investeerder om het terrein en de gebouwen te bezichtigen. Hij wordt getrakteerd op protest met grote spandoeken: ‘Monument: Hier valt geen winst te halen.’
De investeerder zag de bui al hangen. Zoveel heisa voor 1 van de 45 beoogde objecten, hij liet de deal schieten. Dit maakte de weg vrij voor hernieuwde gesprekken tussen de huurders van Rotaprint en de gemeente. Er was inmiddels zoveel publiciteit geweest dat het gemeentelijk Liegenschaftsfonds het niet meer aandurfde om het valse spel te herhalen. De huurders kochten het hele terrein voor €600.000. De deal moest dan wel in 3 maanden worden afgerond. En dat lukte.
En verder?
De strijd is nog niet gestreden. Immers de kopers moeten het hele terrein met vele gebouwen zelf opknappen. En weer vinden zij de gemeente op haar pad. Nu met voorschriften dat bepaalde verbouwingen niet zijn toegestaan. Wilde de afdeling vastgoed het eerst verkopen en laten ombouwen tot exclusieve appartementen, nu deze kapitaalarme kopers iets willen, zijn daar ineens weer ‘de regels’.
Het dubbelspel van overheden zet steeds weer kwaad bloed. In Nederland haken veel burgers af. Maar in het hardere Berlijn gaan burgers de strijd aan. Sommige initiatieven hebben 40 jaar gestreden om hun buurtplan gerealiseerd te krijgen.